In m’n vorige blog schreef ik over het wankele evenwicht in mijn denken over klimaatverandering. Pessimistisch over “zijn we niet te laat”, optimistisch als ik lees over alle innovatieve duurzame initiatieven. Gaat het wel snel genoeg versus het lijkt nu echt wel of iedereen ermee bezig is.
Mijn interesse in duurzaamheid begon al heel jong, in mijn
opvoeding. Deels door armoede, en daardoor zuinigheid, misschien ook wel deels
door een gevoel van rentmeesterschap. Circulariteit zat er al heel vroeg in –
je gooit niets weg tenzij het echt niet meer te repareren is.
De echte doorbraak kwam in 1972 met het Rapport van de Club van Rome. Grenzen aan de Groei was alarmerend en sloeg bij mij in als een bom. Tegelijkertijd geloofde ik in de kracht van technologische innovatie, het Evoluon maakte grote indruk. In de strijd tussen de tovenaar en de profeet stond ik vooral aan de kant van de profeet die heilig geloofde in milieubescherming door te minderen. Maar ik was niet keihard tegen de tovenaar die geloofde in vooruitgang en groei.
Er kwamen bewijzen, technologische oplossingen. We maakten een einde aan zure regen door zwavel uit benzine te halen, we verboden Cfk’s en het gat in de ozonlaag sloot zich. We stopten lozingen in de Rijn en zuiverden afvalwater, en de zalm kwam terug. En we bleven groeien, ongebreidelde groei werd het credo van zowel links als rechts. Van rechtse kant omdat dit nou eenmaal bij kapitalisme hoort, van links omdat socialistische arbeiders ook wilden meedelen in steeds meer. Groene milieugroepen werden splinterpartijen, roependen in een almaar uitdijende woestijn. En ik moet toegeven, ik deed er net zo hard aan mee. Stemmen op Groen Links maar wel de hele wereld afreizen en zeker niet consuminderen.
Tot de wal het schip dreigt te keren. Al in 1896 wisten we dat stijgende CO2 gehaltes zouden leiden tot temperatuurstijging, het versterkte broeikaseffect. Maar we lieten het gebeuren, tot het misschien wel te laat is. Zou technologie in staat zijn die exponentiële groei van klimaatproblemen tot staan te brengen, zelfs af te buigen naar beneden? Denkend aan grote groepen klimaatontkenners, aan wegduikende korte termijn bestuurders, aan perverse verdienmodellen, dan zonk de moed me in de schoenen. Tot ik me intensief inhoudelijk met verduurzaming bezig ging houden, en ik beslist niet als enige. Vrijwel alle klimaattwijfelaars hebben inmiddels hun ongelijk moeten erkennen, zelfs de notoir bureaucratisch trage Europese Unie gooit het roer ambitieus om. Innovatieve jonge startups pakken de handschoen op, bedrijven als Patagonia worden op handen gedragen, vervuilende multinationals dreigen hun license to operate en zelfs hun license to exist te verliezen.
En ja, dan kom ik toch weer
terug op technologie die het uiteindelijk moet doen. Natuurlijk moeten de
juiste voorwaarden worden geschapen, en blijkbaar moet de tijd er ook rijp voor
zijn. Maar dan komen alle creatieve geesten tot leven, studenten van technische
universiteiten besmetten elkaar met het startup visus, alleen maar meestal met
een groepje geestverwanten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten