woensdag 28 september 2022

Gaat technologie ons redden?

 

In m’n vorige blog schreef ik over het wankele evenwicht in mijn denken over klimaatverandering. Pessimistisch over “zijn we niet te laat”, optimistisch als ik lees over alle innovatieve duurzame initiatieven. Gaat het wel snel genoeg versus het lijkt nu echt wel of iedereen ermee bezig is.

Mijn interesse in duurzaamheid begon al heel jong, in mijn opvoeding. Deels door armoede, en daardoor zuinigheid, misschien ook wel deels door een gevoel van rentmeesterschap. Circulariteit zat er al heel vroeg in – je gooit niets weg tenzij het echt niet meer te repareren is.

De echte doorbraak kwam in 1972 met het Rapport van de Club van Rome. Grenzen aan de Groei was alarmerend en sloeg bij mij in als een bom. Tegelijkertijd geloofde ik in de kracht van technologische innovatie, het Evoluon maakte grote indruk. In de strijd tussen de tovenaar en de profeet stond ik vooral aan de kant van de profeet die heilig geloofde in milieubescherming door te minderen. Maar ik was niet keihard tegen de tovenaar die geloofde in vooruitgang en groei.

Er kwamen bewijzen, technologische oplossingen. We maakten een einde aan zure regen door zwavel uit benzine te halen, we verboden Cfk’s en het gat in de ozonlaag sloot zich. We stopten lozingen in de Rijn en zuiverden afvalwater, en de zalm kwam terug. En we bleven groeien, ongebreidelde groei werd het credo van zowel links als rechts. Van rechtse kant omdat dit nou eenmaal bij kapitalisme hoort, van links omdat socialistische arbeiders ook wilden meedelen in steeds meer. Groene milieugroepen werden splinterpartijen, roependen in een almaar uitdijende woestijn. En ik moet toegeven, ik deed er net zo hard aan mee. Stemmen op Groen Links maar wel de hele wereld afreizen en zeker niet consuminderen.

Tot de wal het schip dreigt te keren. Al in 1896 wisten we dat stijgende CO2 gehaltes zouden leiden tot temperatuurstijging, het versterkte broeikaseffect. Maar we lieten het gebeuren, tot het misschien wel te laat is. Zou technologie in staat zijn die exponentiële groei van klimaatproblemen tot staan te brengen, zelfs af te buigen naar beneden? Denkend aan grote groepen klimaatontkenners, aan wegduikende korte termijn bestuurders, aan perverse verdienmodellen, dan zonk de moed me in de schoenen. Tot ik me intensief inhoudelijk met verduurzaming bezig ging houden, en ik beslist niet als enige. Vrijwel alle klimaattwijfelaars hebben inmiddels hun ongelijk moeten erkennen, zelfs de notoir bureaucratisch trage Europese Unie gooit het roer ambitieus om. Innovatieve jonge startups pakken de handschoen op, bedrijven als Patagonia worden op handen gedragen, vervuilende multinationals dreigen hun license to operate en zelfs hun license to exist te verliezen. 

En ja, dan kom ik toch weer terug op technologie die het uiteindelijk moet doen. Natuurlijk moeten de juiste voorwaarden worden geschapen, en blijkbaar moet de tijd er ook rijp voor zijn. Maar dan komen alle creatieve geesten tot leven, studenten van technische universiteiten besmetten elkaar met het startup visus, alleen maar meestal met een groepje geestverwanten.

donderdag 22 september 2022

Jaloers?

Er zijn veel mensen die aan het eind van hun werkzame carrière uitkijken naar hun pensioen, en die jaloers zijn op collega’s en vrienden die er al uit gestapt zijn. Bij mij doet zich het tegenovergestelde voor. Nu ik mijn pensioenleeftijd bereikt heb ben ik eigenlijk jaloers op mijn jongere collega’s die soms nog tientallen jaren verder mogen. We zijn met zoveel innovatieve en uitdagende projecten bezig dat ik ze veel te leuk vind om er verder niet bij betrokken te kunnen zijn. Dat ik niet zal weten of ze al dan niet een succes worden, althans niet uit eerste hand.

Gelukkig heb ik een nieuwe kans gekregen. Ik doe weliswaar afstand van mijn operationele taken in de huidige organisatie, maar daar staat tegenover dat ik een nieuwe uitdaging heb, in ieder geval voor de komende drie jaar. Als programma manager duurzaamheid mag ik weer betrokken zijn bij leuke projecten, en nu ze volop gericht zijn op verduurzaming (en het belang zoveel groter is) zijn deze projecten wellicht nog leuker om te doen.

Als ik zie wat er allemaal aan uitdagingen zijn (een eufemisme!) zakt de moed me regelmatig in de schoenen. Komt het nog wel goed? Maar als ik dan ook zie wat er allemaal voor oplossingen verzonnen worden, dan worden de problemen toch weer echte uitdagingen, en krijg ik enorm veel zin om daarin mijn bijdrage te leveren. Misschien nog wel meer dan ooit.

De laatste jaren werd de wereld er in veel opzichten niet beter op. Dit lijkt de eerste periode in het bestaan van de mensheid dat kinderen het niet perse beter hebben dan hun ouders, integendeel zelfs. Ik benijd de huidige jongere generaties niet, ik ben blij dat ik niet meer voor de uitdagingen sta waar tieners en twintigers nu wel mee te maken hebben. Met name onzekerheid – hoe gaat het verder? Krijg ik ook nog de kans op een goed leven zoals mijn ouders en grootouders?

Maar pas geleden schoot me iets te binnen wat dit beeld een beetje deed kantelen.

Ik dacht aan mijn kleinkinderen, nu tussen de 1 en 8 jaar oud. Heel negatief gezegd - zij komen straks te leven in de wereld die wij op zo’n vreselijke manier verpest hebben. Maar juist van de andere kant bekeken, zij krijgen straks te maken met al die stappen die in de goede richting worden gezet, zij  mogen daar nog vele tientallen jaren volop aan meewerken. Zij zullen een wereld meemaken waarin ze oplossingen implementeren die de huidige problemen omkeren, naar een echt mooiere toekomst.

Jaloezie is een groot woord, want ik gun ze dat natuurlijk van harte. Laat ik het anders zeggen – ik benijd ze daar wel een beetje om. Wat een prachtig vooruitzicht!