Op 5 december 1966 stond mijn vader met de vrachtwagen bij de grensovergang Nispen-Roosendaal, klaar om verder te reizen naar België. Hij had de laatste drie jaar de Sinterklaasviering met zijn inmiddels vier kleine kinderen gemist, en was niet van plan er ook dit jaar niet bij te zijn. Maar van zijn baas kreeg hij geen toestemming om naar huis te komen, er moest gereden worden. Zonder het bij zijn baas te melden stapte mijn vader op de trein en daarna de bus, een reis van vele uren van de Belgische grens naar Blija in het hoge noorden van Friesland.
Het Sinterklaasfeest kan ik me niet herinneren, wel wat daarna gebeurde. Mijn vader werd op staande voet ontslagen. Er was, ook toen al, bijna geen werk in Friesland, dus twee maanden later maakte ons gezin de grote stap, we emigreerden naar Holland.
Mijn ouders verkochten het huis voor twaalf duizend gulden, en besteedden meer dan de helft van de opbrengst aan een tweedehands Ford Taunus 12M. De inboedel ging in een vrachtwagen van zijn nieuwe baas, melkfabriek Graafstroom in Bleskensgraaf.
Waarom schrijf ik dit nu op? Deels is het naar aanleiding van een gesprekje gisteren, waarbij deze persoonlijke gebeurtenis is sociologisch perspectief werd geplaatst, met de persoonlijke verhalen achter de trek vanaf het platteland naar het westen.
Zelf ben ik heel geïnteresseerd in toeval, de reeks gebeurtenissen die mij in de Alblasserwaard bracht, naar een nieuwe vriendenkring en later een vriendin die je vrouw wordt. En kinderen die er niet waren geweest als mijn vader toen niet besloten had om thuis Sinterklaas te vieren.
En dan nog een reden - een paar weken geleden was ik weer in Blija, mijn jongste dochter wilde wel eens zien waar de roots van haar vader lagen. Een bezoekje aan mijn geboortehuis en de omgeving van mijn geboortedorp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten