donderdag 5 augustus 2010

Moderne slavernij?

In de negentiende eeuw werd veel werk gedaan door slaven. Op de katoenplantages van Louisiana, op de suikerrietplantages op Haïti. Je had geen enkele keus, en het werk was vreselijk zwaar. De meeste slaven werkten maar een paar jaar, dan waren ze “versleten”, letterlijk doodop, en moesten ze vervangen worden. Boot na boot werden ze vanuit zwart Afrika naar de Nieuwe Wereld verscheept. Kinderen die werden geboren uit slaven waren automatisch ook slaaf. Voor een afschuwelijk mooi boek over dit onderwerp kan ik Het Eiland onder de Zee, de laatste roman van Isabel Allende aanraden.

De omstandigheden in Europa waren niet veel beter, voor landarbeiders en de nieuwe fabrieksarbeiders. Ze waren dan nog net geen eigendom van de bazen, maar ook zij werkten lange dagen onder erbarmelijke omstandigheden. Ook zij hadden geen enkele keus, en hun lot ging van ouders op kinderen over. De Twentse textielindustrie is misschien wel het bekendste voorbeeld in Nederland – de arbeiders waren met handen en voeten gebonden aan de textielbaronnen.

De slavernij is in de Westerse wereld afgeschaft, en is vrijwel over de hele wereld illegaal. Toch leven naar schatting 100 miljoen mensen wereldwijd onder omstandigheden die lijken op slavernij.

Al willen de vakbonden je misschien anders laten denken, bij ons is er echt wel iets veranderd sinds 1850. Wij zijn geen eigendom van de baas, we worden op vele manieren beschermd. En we zijn veel mondiger, we hebben onze rechten.

Waarom laten we ons dan toch acht uur per dag in een keurslijf dwingen? Niet zeuren, doen wat je elke dag doet, dan is de dag gauw afgelopen en kun je buiten je werk plezier hebben. Geen eigen initiatief, niet van de vaste paden afwijken, doen wat in de procedures staat, zoals het je is voorgedaan.

Wij Nederlanders zijn niet van die volgzame mensen, en we zijn niet gauw geïmponeerd door gezag. We jijen en jouwen wat af – tussen kinderen en ouders, tussen leerling en leraar, tussen personeel en baas. We houden niet van regels. Voor rode verkeerslichten hoef je niet altijd te stoppen, zeker niet als voetganger. Snelheidsbeperkingen gelden alleen als er een camera staat. Vergunningen? Waarom als het ook zonder kan. Een gedoogcultuur heet dat, en we doen er op zijn tijd allemaal aan mee.

Waarom zijn we op ons werk dan zo totaal anders? Kom op tijd, luister naar de baas, doe wat je opgedragen wordt en wat in de werkinstructies staat. Ook al zijn de opdrachten onzinnig en de instructies omslachtig. Hoe komt dit toch?

Is het omdat de sancties (ontslag) zo zwaar zijn? Is het omdat we op school niet anders geleerd hebben? Kom op tijd, luister naar de meester, maar je repetities en op het eind je examen. Dan slaag je, heb je een diploma, ben je klaar voor een carrière.

Heb je dan nooit het gevoel – wat doe ik hier eigenlijk? Heb je nooit het idee dat wat je doet ook anders kan – slimmer, sneller? En zou dat afwijken van de voorgeschreven paden het werk ook niet leuker maken?

Wil je weten hoe dit verder gaat? Volg mijn blog op blogspot.com

Meer over dit onderwerp? Lees Onmisbaar van Seth Godin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten