Hoe vaak hoor je in je leven niet: “Wat kon jíj vroeger spelen!” Met als ondertoon dat je dat toch wel helemaal kwijtgeraakt bent. Voor velen is het waar. Tot en met je basisschooltijd ben je voortdurend spelend in de weer, je verzint van alles. Voor mij was het Lego in de winter, en buiten spelen in de zomer.
Dan komt de middelbare school en is dat opeens over. Ik kan me herinneren dat het me speet, ik kón gewoon niet meer spelen zoals ik daarvoor deed. Je bent druk om te leren wat voorgeschreven is, en je enige creativiteit ligt in het oplossen van natuur- en wiskundevraagstukken – maar dan wel volgens de regels. Eigen initiatief wordt niet meer gestimuleerd.
Als je gaat werken begin je meestal ook binnen een vast stramien, je leert wat anderen te voordoen. Weinigen beginnen al meteen heel creatief, tenzij ze daar heel expliciet de keuze voor gemaakt hebben. Mijn creativiteit uitte zich in slimheid. Slim werken, althans slimmer dan de anderen, waardoor ik efficiënt was en positief opviel. Dan ga je groeien, je ontwikkelt je, krijgt steeds leukere banen waar je steeds meer je creativiteit in kwijt kunt.
De baan die ik nu heb is niet de meest uitdagende. De oplossingen die voor problemen gevonden moeten worden zijn vrij basic, en ik zit er nog niet lang genoeg in om op alle gebieden slim mee te kunnen praten.
Hiervoor heb ik een aantal functies gehad die juist wel het uiterste van me vergden, en waarin ik juist heel creatief bleek te zijn. Vaak zo erg dat overal briefjes met ideeën rondzwierven, aandachtpunten die nog uitgewerkt moesten worden, opgeschreven, gedeeld met anderen. Nu heb ik dat juist niet, en daarover maak ik me zorgen. Het is bijna weer dat gevoel aan het begin van de middelbare school – ik kan het niet meer. Nergens liggen meer briefjes, en kijk eens hoe lang het geleden is dat ik iets om mijn weblog schreef.
Dit weekend had ik een heel korte discussie over dit onderwerp, en het leverde genoeg inspiratie op voor dit blog. Mijn zoon vertelde me dat er op dit moment zoveel creativiteit van hem verwacht werd in zijn baan, dat hij niet meer toekwam aan creativiteit daarbuiten, dat hij daarvoor gewoon creativiteit te kort kwam. Een interessante vraag – is er een grens aan je creativiteit?
Mijn ervaring is dat creatief bezig zijn op het ene vlak juist stimulerend is op andere vlakken – je komt in een soort flow waarin idee na idee bij je binnen schiet – zoveel dat je er soms niet meer aan toe komt ze allemaal uit te werken. Dat er zoveel briefjes om je heen zwerven dat je na een tijdje vergeten bent wat je met een bepaalde aantekening bedoelde. Een bevlogenheid die overal doorwerkt, in je werk en privé. Dat het dus meer een kwestie is van gebrek aan tijd dat gebrek aan creativiteit.
Je komt dus creativitijd te kort.